De mond van 6 tot 10 jaar: de eerste wisselfase

Wanneer je kind ongeveer zes jaar is, beginnen de melktanden uit te vallen en verschijnen de eerste definitieve tanden. De eerste blijvende tand die doorbreekt of erupteert is vaak de eerste grote molaar, vaak ook maaltand of zesjaarsmolaar genoemd. Aangezien deze kies achter de laatste melktand doorbreekt, zal er bij zijn doorbraak géén melktand uitvallen. Wanneer je zesjarige klaagt over een gevoel van druk achteraan in de mond, is de kans reëel dat het gaat om een doorbrekende molaar. Raadpleeg bij twijfel je tandarts, want ook een gaatje in een van de melktanden kan de pijn veroorzaken.
Op de foto zie je de eerste definitieve molaar in de onderkaak, zowel links als rechts. Let op het kleurverschil tussen de definitieve tand en de veel wittere melktanden. Dat is perfect normaal!

Help, de tanden van mijn kind zijn te groot!

Vaak gebeurt het dat de eerste definitieve snijtanden ‘scheef’ doorbreken, zeker in de onderkaak. In de bovenkaak lijken de snijtanden dan weer vaak ‘te groot’. Jij en je kind kunnen zich wel eens schamen over die ‘konijnentanden’. Meestal is er echter geen enkele reden tot paniek en is dit helemaal normaal!
Een tandkroon ‘groeit’ niet meer tijdens en na de doorbraak. De afmetingen van de kroon staan zelfs al vast vooraleer de tand in de mond doorbreekt. Je kind heeft dus eigenlijk al even grote tandkronen als jezelf, maar zijn hoofd en kaakbeenderen zijn nog niet volgroeid. Deze tijdelijke wanverhouding zorgt er dus voor dat de tanden bij een kind veel groter lijken. Op de leeftijd van zes jaar vormt dit uiteraard geen reden om in te grijpen.

Opletten voor duimzuigen!

Wanneer tanden doorkomen, blijven ze doorbreken tot ze contact maken met de tanden in de andere kaak. Wanneer je kind vaak zijn duim, fopspeen (tut) of ander voorwerp in zijn mond steekt, zullen de tanden nooit de kans krijgen om naar elkaar toe te groeien. Zo ontstaat een open beet (zie foto onder). Door het openstaan van de tanden zal je kind bij het spreken en slikken zijn tong in deze ruimte persen. Zo ontstaat een foutief slikpatroon en vaak ook spraakproblemen (lispelen). Een tandartsbezoek is dan ook zeer sterk aan te bevelen, eventueel in combinatie met logopedie. De tandarts zal je kind aanraden om te stoppen met duimzuigen en/of zijn fopspeen te gebruiken. Wanneer dat lukt, zullen de tanden in de meeste gevallen spontaan naar elkaar toegroeien en verdwijnt de open beet.