De mond van 10 tot 21 jaar: De tweede wisselfase

Na de eerste wisselfase, waarbij de eerste definitieve molaar achteraan in de mond en de bovenste en onderste snijtanden zijn gewisseld, is het even windstil. Dat verandert rond de leeftijd van 9 à 10 jaar. Vanaf dan wisselen de resterende twaalf melktanden in de mond van je kind. Dat duurt ongeveer tot de leeftijd van 12 à 13 jaar. Twee voorkiezen of premolaren vervangen de melkmolaren en de definitieve hoektanden komen in de plaats van de melkhoektanden. Helemaal achteraan in het gebit breekt de tweede definitieve molaar door. Naar analogie met de ‘zesjaarsmolaar’ heet deze kies de ‘twaalfjaarsmolaar’. Hierna is het opnieuw zes jaar wachten. Op de leeftijd van 17 à 18 jaar verschijnt een derde molaar op het toneel, namelijk de ‘verstandskies’ of ‘wijsheidstand’. Met de wijsheidstanden meegerekend bestaat het volledig volwassen gebit dus uit 32 tanden.

Wijsheidstanden verwijderen of behouden?

Het is niet zo dat wijsheidstanden (ook wel verstandskiezen genoemd) sowieso verwijderd moeten worden omdat ze overbodig zijn. Wanneer de tand voldoende plaats heeft om door te breken, kan deze levenslang behouden blijven. Een probleemloze tand heb je immers nooit ‘te veel’. Men neemt verstandskiezen echter vaak weg bij jongvolwassenen omwille van plaatsgebrek of een verkeerde doorbraakrichting. Soms breken wijsheidstanden maar half door, waardoor vuil en etensresten onder het tandvlees kruipen en daar irritatie of ontsteking veroorzaken, ook pericoronitis genoemd. Die ontsteking kan bijzonder pijnlijk zijn en komt vaak op in periodes van stress of verminderde weerstand.