Factoren geassocieerd met mondgezondheids-problemen bij ouderen
Kwetsbare ouderen geraken moeilijk/niet tot bij de tandarts.
- Beperkt bewustzijn van het belang van mondgezondheid bij de ouderen en hun familie en zorgverleners.
- Het vervoer naar en van de tandarts vormt een hinderpaal.
- Als een gewoon tandartsbezoek moeilijk is, zijn er weinig alternatieven zoals mobiele tandartsen, tandartsstoelen in instellingen of gespecialiseerde centra.
- Tandartsen zijn soms eerder terughoudend en vinden het niet altijd evident om zorg te bieden aan kwetsbare ouderen.
- Tandartspraktijken zijn vaak niet aangepast aan rolstoelgebruikers.
- Het jaarlijks preventief mondonderzoek wordt niet meer terugbetaald vanaf 67 jaar. Er bestaat dus geen specifieke RIZIV-nomenclatuur voor preventieve zorgen bij ouderen.
Factoren uit de omgeving
Drempels bij zorgvoorzieningen:
- Beperkt bewustzijn van het belang van mondgezondheid en de vaak ontoereikende mondgezondheid bij ouderen.
- Ontbreken van een gestructureerd mondzorgbeleid in woonzorgcentra of thuiszorgorganisaties.
- Hoge werkdruk in de zorgorganisaties waardoor mondzorg vaak weinig aandacht of prioriteit krijgt.
- Ontbreken van de juiste materialen of producten.
Drempels bij zorgverleners:
- Mondzorg wordt nog vaak ervaren als een onaangename taak, die eerder deel uitmaakt van de detailzorg dan de basiszorg.
- Schroom om in de mond te kijken en te werken.
- Geen tijd voor mondzorg.
- Beperkte opleiding en training in mondzorg.
- Mondzorg is moeilijk bij ouderen die weerstand bieden.
- Kwetsbare ouderen met een hoge socio-economische status of een sterk sociaal vangnet ondervinden doorgaans minder drempels om een tandarts te consulteren.
Leefstijl van de kwetsbare oudere
De attitude van kwetsbare ouderen tegenover hun mondgezondheid is vaak berustend en fatalistisch. De perceptie bestaat dat dit bij het ouder worden hoort.
‘het is niet meer de moeite waard,’ ‘laat het maar zoals het is,’ ‘ik ben te oud daarvoor’.
Zelfzorg wordt moeilijk door fysieke en/of cognitieve beperkingen.
Biologische factoren
- Ouder worden gaat vaak gepaard met het toenemen van chronische ziektes. Hiervoor worden vaak veel verschillende medicijnen voorgeschreven. In woonzorgcentra neemt elke bewoner gemiddeld acht à negen verschillende soorten medicatie.
- Bepaalde medicijnen (zoals vele psychofarmaca) kunnen een droge mond veroorzaken. Van zodra meer dan drie medicijnen worden gecombineerd (= bijna iedereen) is het risico op een droge mond sterk verhoogd.
- Ook sommige ziekten (bijvoorbeeld syndroom van Sjögren, diabetes, bepaalde infectieziekten, enz.) kunnen een droge mond geven.
- 25-60% van de ouderen heeft last van een droge mond.
- Omdat speeksel een belangrijke beschermende factor is, ondervinden ouderen met een droge mond veel meer problemen: meer cariës (tandbederf) en het tandbederf evolueert sneller in de verkeerde richting, meer tandplaque, meer tandvlees- en kaakbotaandoeningen, een onaangenaam gevoel in de mond, een vermindering van de smaakzin, moeilijkheden met gebitsprothesen, enz.